- latent aanwezig -



Wedstrijd

Normaal kwam Faber, beheerder van nationaal park Drentsche Aa, nooit in Amsterdam maar sinds z'n zus bevallen was werd het toch echt tijd haar eens een bezoekje te brengen. Op het perron trof Faber zichzelf in een chaos van mensen. Toeristen, dagjesmensen en forensen met rolkoffers, kinderwagens en vouwfietsen worstelden zich een weg op zoek naar de uitgang. Toen viel zijn oog op een reclameposter. Een zachte foto met frisse tinten lichtblauw en groen. "Nationaal Park Nieuw Land," stond er, en: "Stem nu!"

Faber stopte en staarde naar de poster, terwijl de treinreizigers zich onhandig langs hem heen wrongen. De stad, z'n zus en z'n pasgeboren neefje was hij voor een moment vergeten. Het lef! Natuurlijk had de Drentsche Aa ook aandacht besteed aan de verkiezing, uitgeschreven door het Ministerie van Economische Zaken. Ze hadden een berichtje op de voorpagina van hun website geplaatst, met een linkje waar bezoekers konden stemmen. Als Faber het zich goed kon herinneren had de stagiair ook iets op Facebook gezet. En er was natuurlijk het artikeltje in de Asser Courant afgelopen week. Maar een billboard-campagne? Dat was andere koek!

"Rond de 70.000 euro, voor 600 billboards," rekende Dietering hem voor, "En dat is nog zonder de kosten voor ontwerp, drukwerk. Reken maar op een ton."
"Maar waar halen ze dat geld vandaan?" vroeg Faber.
"Och, een leningkje misschien? Als ze winnen dan ontvangen ze 3 ton van EZ. Kunnen ze hun lening afbetalen, eens lekker uit eten met de hele club, en wie weet blijft er nog wat over om hier en daar een boom te planten of een sloot uit te diepen."
Dietering had een belangrijke functie in de agrarische verzekeringswereld en deed het bestuur van de Drentsche Aa erbij voor de hobby. De manier waarop hij over geld sprak was Faber vreemd, maar het dwong wel respect af.
"Moeten wij niet ook zoiets doen dan? Als we nog een kans willen maken?"
Dietering keek de parkbeheerder peinzend aan en knikte toen.
"Ik zal eens wat belletjes plegen."

"Een vliegtuig!"
Bertsen sloeg met beide handen op de tafel in de muffe keet. De boswachters van Nationaal Park Heuvelrug keken enigszins verstoort op van hun boterhammetjes kaas. "Huh?" vroeg er eentje.
"Ze hebben een reclamevliegtuigje ingehuurd bij de Drentsche Aa! Voor de verkiezing!"
Een van de boswachters nam nog een hap van zijn lunch en keek de pas aangestelde PR-medewerker vragend aan.
"We moeten wat verzinnen!"

Voor een kleine anderhalve ton lukte het Nationaal Park Heuvelrug een deal te sluiten met Niantic, de maker van het populaire smartphone spel Pokemon Go, om 50.000 zeldzame virtuele Pokemon poppetjes te laten verschijnen in het Utrechtse park. De resulterende meute bezoekers bracht het park op de eerste plek in de peilingen, wat maar goed was ook want de driftig op Pokemon jagende pubers hadden nog eens voor 1,5 ton aan schade veroorzaakt dus de 3 ton prijzengeld was inmiddels broodnodig.

Helaas werd de Heuvelrug later in de verkiezing weer rechts ingehaald door de marketingmensen van het kapitaalkrachtige park Nieuw Land, die frisse promotiemeisjes het hele land door hadden gestuurd met vrachtwagenladingen buttons, posters, petjes en vlaggetjes. Daarnaast hadden ze twee weken lang alle reclameblokken ingekocht rondom KRO-NCRV programma BinnensteBuiten, Eigen Huis en Tuin, Lifestyle TV, Natuur op 2 en natuurlijk de Super Freek Show. Als klap op de vuurpijl hadden ze via een bevriend redactielid tien minuten lang in DWDD aandacht aan hun 'bijzondere natuurgebied' mogen geven.

De strijd was gestreden. De drie ton prijzengeld sloeg amper een deuk in de kosten die Nieuw Land tijdens de campagne had gemaakt (volgens geruchten meer dan een miljoen) maar volgens het persbericht dat Nieuw Land na de verkiezing deed uitgaan ging het hen 'vooral om de eer'. Het ministerie van Economische Zaken gaf aan dolenthousiast te zijn en plannen te maken om binnen twee jaar een nieuwe wedstrijd uit te schrijven. Zeven nationale parken zijn inmiddels bezig nieuwe campagneteams op te zetten en alvast budgetten vrij te maken.


Hunted

25 oktober 2016

Het is inmiddels een bekend beeld: onrustige camerashots, snelle montage, paniekerige kandidaten en een dreigende commentaarstem.
"Ik voel me zo opgejaagd, dat wil je niet weten," fluistert een kandidaat in de camera.
"Pak hem! Hier!" gilt een 'hunter'.
"Ik vind het nu wel zwaar," huilt een andere kandidaat.
De toon is gezet. In het nieuwe programma Hunted van de Avrotros moeten 12 'doodgewone Nederlanders' proberen drie weken uit de handen van een speciaal team van speurneuzen te blijven. In de woorden van Avrotros: "Hunted is een spannend sociaal experiment en speelt in op de discussie over privacy. Wat telt zwaarder: veiligheid of vrijheid?".

Hoogdravende woorden voor wat uiteindelijk een spelprogramma is. Het opsporingsteam, volgens Avrotros bestaande uit 'toprechercheurs', heeft natuurlijk geen enkele werkelijke bevoegdheid en opereert bij de gratie van openbare informatie en alles wat de kandidaten vrijwillig opgeven. Zo gaat een 'hunter'-team van twee jongedames langs bij de vrouw van een van de kandidaten, die de 'rechercheurs' keurig binnen laat, hen de mobiele telefoon van haar man meegeeft en de tip dat ie waarschijnlijk in een bos zit ergens. De moeder van een andere kandidaat probeert de hunters wel nog op een dwaalspoor te brengen door te liegen over de kleur van zijn kleding.

Om het het opsporingsteam nog wat makkelijker te maken mogen de kandidaten nergens langer dan 48 uur blijven en mogen ze geen eigen geld meenemen. Wel krijgen ze een pinpas mee, met een tegoed van 500 euro en een daglimiet van 100 euro. Wanneer de kandidaten pinnen krijgt het opsporingsteam vrijwel real time een melding met locatie en videobeelden. Maar hoe zit dat precies met die videobeelden? Zouden alle grote Nederlandse banken daadwerkelijk de videobeelden van hun pinautomaten hebben vrijgegeven aan de Avrotros? Onwaarschijnlijk, zeker op zulke korte termijn. Waarschijnlijk heeft de cameraploeg even een GoPro op de pinautomaat geplakt en zijn die beelden doorgestuurd naar het opsporingsteam.

Cameraploeg? Ja, cameraploeg. Iedere vluchtende kandidaat wordt gestalkt door een cameraman of vrouw en waarschijnlijk ook nog iemand voor het geluid en wie weet nog een assistent. Sommige kandidaten zijn nog wat bezig met pruiken en andere vermommingen, en het opsporingsteam maakt zich druk over welke kleding hun verdachten dragen, maar in de praktijk is het signalement natuurlijk niet 'wit shirtje, groene sjaal' maar 'wit shirtje, achtervolgd door cameraman, geluidshengel en regieassistente'.

En, ja, het is tv dus als je een voorbijganger betrekt dan moet die natuurlijk wel even een release ondertekenen. Als twee kandidaten zogenaamd spontaan iemand op het pompstation om een lift vragen heeft diegene al lang een gesprekje met de productie achter de rug. Dat verklaart ook gelijk de wat onnatuurlijke dialoog: "Mogen wij vragen waar u heen gaat?" - "Vlissingen, jullie ook zeker? haha!".

Aan de andere kant heeft zo'n cameraploeg ook voordelen. Ik kan me voorstellen dat de gemiddelde Nederlander sneller bereid is iemand te helpen als er camera's bij zijn. Toch weer kans om op tv te komen. Bovendien zijn ongewone vragen ('heb je een slaapplek voor ons?') een stuk minder ongewoon als mensen zien dat het voor een tv-programma is. Handig, want als je aangewezen bent op hotels en het openbaar vervoer dan kom je met 500 euro in drie weken niet ver.

Zo blijkt het 'sociale experiment' niet zozeer te draaien om vrijheid en veiligheid, maar meer om wat je kunt flikken met draaiende camera's.

Een tip nog voor de 'toprechercheurs': telefoontje in de hand tijdens het autorijden kost nog steeds 230 euro.


De toekomst van drones

"U hoort sirenes, er is blijkbaar iets aan de hand verderop! U stuurt uw drone de lucht in om even een kijkje te gaan nemen... mag dat? NEE NATUURLIJK MAG DAT NIET!!" -- aldus de overheidscampagne eerder dit jaar waarin ons een nieuw plichtsbesef wordt opgedrongen omtrent het gebruik van afstandsbestuurbare helikoptertjes. Ja, de techniek gaat snel: drones worden steeds krachtiger, goedkoper en hebben betere camera's aan boord, en de overheid doet haar best om de ontwikkelingen bij te benen.

Primair gaat het, zoals altijd, over veiligheid. In het bovengenoemde spotje wordt als doemscenario genoemd dat er wel eens een traumahelikopter onderweg kan zijn en daar moet je natuurlijk met je drone ver uit de buurt blijven. In een ander spotje mag je de finish van de avondvierdaagse niet filmen omdat je met je drone minimaal 50 meter van een mensenmenigte weg moet blijven. Je zou maar op iemands hoofd neerstorten.

Foto: Greg Clarke, bijgesneden en contrast aangepast, CC-BY-2.0

Beeldvorming

Veiligheid dus, maar er speelt meer mee. Waar sirenes klinken en mensenmassa's samenkomen treed de politie op, en de politie is steeds gevoeliger voor haar eigen imago. Iedere burger met een camera en een youtube account kan beelden de wereld in helpen die soms simpelweg genant zijn en in andere gevallen leiden tot kamervragen.

Burgerjournalistiek is de nieuwe luis in de pels van politie en politiek. Waar er met gerenommeerde mediabedrijven afspraken te maken zijn over wat er in beeld wordt gebracht en hoe, genieten burgerjournalisten nog een hoge mate van onafhankelijkheid. Kennis is macht. De mogelijkheid om informatie te vergaren en te verspreiden speelt een belangrijke rol in het spel tussen burger en politiek. Met de opkomst van betaalbare cameradrones zal dit spel zich deels verplaatsen naar het luchtruim.

Alhoewel er veel ongemakkelijke beelden op het internet verschijnen is een vlogger met een camera in de hand voor de politie nog relatief goed te beheersen. De persoon wordt vaak staande gehouden, om identiteitsbewijs gevraagd of gesommeerd het gebied te verlaten. In sommige gevallen wordt de camera of smartphone uit de handen geslagen, in beslag genomen, of wordt de filmer simpelweg omringt door een overmacht aan agenten waardoor bijvoorbeeld een hardhandige arrestatie even verderop aan het oog wordt onttrokken. Cameradrones, daarentegen, zijn op dit moment door de politie nauwelijks tegen te houden. Je kunt ze niet staande houden, je kunt er ook moeilijk voor gaan staan en zelfs met de nieuwe extra lange wapenstok zijn drones niet makkelijk uit de lucht te slaan. Daarom zoekt de politie naar nieuwe methodes om drones uit te kunnen schakelen.

Het gevecht om het luchtruim

Begin dit jaar haalde de Nederlandse politie het nieuws met een proef om roofvogels in te zetten om 'vijandige drones' uit de lucht te kunnen grijpen. Een andere, minstens even bizarre methode om drones uit te schakelen omvat een door een kanon gelanceerd vangnet. Andere offensieve methoden die door verschillende overheden en beveiligingsbedrijven worden overwogen zijn de inzet van gevechtsvliegtuigen, hangende netten, lasers, en stoorzenders.

Als je het hebt over het gevaar van een drone boven een mensenmenigte, dan zijn geen van de bovenstaande methodes echt een oplossing. Als een drone in de weg vliegt van een traumahelikopter, dan is het laatste wat je wil dat oom agent met een schietnet aan de gang gaat. Laat staan dat je er een F16 bij haalt. Bovendien, hoe meer drones er tegelijkertijd in de lucht zijn, hoe moeilijker het wordt ze allemaal op een veilige manier uit te schakelen. Waarschijnlijk zal er dus eerder ingezet worden op stoorzenders en softwarematig afgedwongen no-fly zones.

No-fly zones

Op deze kaart van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu is te zien in welke gebieden drones verboden of slechts beperkt toegestaan zijn. Onder andere Amsterdam, Rotterdam en Den Haag zijn grotendeels no-fly zones. Naarmate de populariteit van drones toeneemt, zullen ook het aantal incidenten toenemen en zullen deze no-fly zones steeds strenger worden gehandhaafd.

Verschillende fabrikanten helpen de overheid hierbij een handje door zogenoemde Geo-Fencing te implementeren in de besturingssoftware van hun drones. Bij deze techniek kunnen overheden de GPS-coordinaten van no-fly zones doorgeven aan de fabrikanten, die er vervolgens softwarematig voor zorgen dat de drone dat gebied niet in kan vliegen. De drone zal automatisch omdraaien, of de motoren zullen simpelweg stoppen, alsof het toestel tegen een onzichtbare muur is aangevlogen.

Voor overheden en de politie is dit natuurlijk verreweg de makkelijkste oplossing. Drones worden automatisch op ruime afstand gehouden, en hoeven niet een voor een te worden uitgeschakeld met alle risico's van dien. Er is niet zoveel fantasie voor nodig om een toekomst te zien waarin een agent via een appje op zijn smartphone een tijdelijke no-fly zone kan instellen, bijvoorbeeld omdat er een traumahelikopter gaat landen of simpelweg op momenten dat de pers even op afstand gehouden moet worden.

Vogelvrij

Het grootste bezwaar van geo-fencing is dat de bereidwillige medewerking van de fabrikanten nodig is. De software van drones zal doorlopend bijgewerkt moeten worden met de nieuwste no-fly coordinaten. Dit zal volledig automatisch moeten gebeuren, anders heb je ook nog eens de medewerking van de bestuurder van de 'vijandige drone' nodig om deze updates handmatig te installeren. De drones zullen in de toekomst dus waarschijnlijk continu in directe verbinding staan met de fabrikanten, waarbij GPS informatie en, waarom niet, ook de videobeelden doorgestuurd worden. Ook voor de fabrikanten geldt immers: kennis is macht.

Aan de andere kant zal er een beweging ontstaan van dronevliegers die, om uiteenlopende redenen, graag de baas blijven over hun eigen toestel. Zij zullen zelf drones in elkaar knutselen en de besturingssoftware herschrijven, hacken of aanpassen om te zorgen dat ze kunnen vliegen waar ze willen en filmen wat ze willen zonder dat iemand meekijkt of aan de knoppen zit. Als een algemene registratie van drones en het implementeren van geo-fencing straks verplicht wordt, zullen deze zelfgebouwde of aangepaste drones letterlijk vogelvrij worden verklaard.


Wired en de advertentiemannetjes

In januari 2013 zocht de toen nog onbekende Edward Snowden contact met techneut en journalist Micah Lee. Waarom? Snowden wilde de klok luiden over de verregaande digitale surveillance van onder andere de Amerikaanse NSA en de Britse GCHQ. Hij moest een versleuteld communicatiekanaal opzetten met journalisten die hij kon vertrouwen, ondanks dat hij ze nog nooit had ontmoet. Om zeker te weten dat je met de juiste persoon contact hebt, is het soms nuttig om een publiek kanaal te gebruiken ter bevestiging. Zo schrijft Micah Lee in zijn artikel Smuggling Snowden secrets dat hij ter bevestiging de PGP fingerprint van documentairemaakster Laura Poitras op twitter heeft gepost.

In juni 2013 werd het eerste artikel gepubliceerd over de door Edward Snowden gelekte documenten. Diezelfde maand plaatste Wired een met PGP versleuteld bericht op haar website, met als titel: "Our Top-Secret Message to NSA Whistleblower Edward Snowden". Snowden zat op dat moment nog ondergedoken, en deed er alles aan om zijn locatie niet te verraden aan de Amerikaanse inlichtingendiensten.

Tracking

Zou Wired nu, anno 2016, op een veilige en versleutelde wijze contact willen leggen met Snowden, dan zou dat een stuk lastiger zijn. En dat heeft niets te maken met de NSA of de GCHQ, maar alles met advertentie-inkomsten. Wired maakt namelijk gebruik van Google, Amazon, Facebook en nog zo'n 7 andere advertentienetwerken, die allemaal hun best te doen bezoekers te traceren tijdens hun zwerftochten over het internet. Er zijn een paar grote spelers, zogenaamde 'data brokers', die het surfgedrag van miljoenen internetters analyseren en op basis daarvan profielen opbouwen. Leeftijd, geslacht, politieke voorkeur, koopkracht, locatie. Alles wat interessant is voor adverteerders wordt doorverkocht en ingezet om gerichte advertenties te plaatsen. Wired zelf bericht regelmatig over de grote impact op onze privacy die deze vorm van tracking heeft en doet er tegelijkertijd vrolijk aan mee.

Gelukkig zijn we niet helemaal weerloos. Zo heeft internetbrowser Firefox in 'Private Browsing'-mode sinds versie 43 zogenaamde 'tracking protection'. Hiermee worden de stukjes code die advertentienetwerken injecteren in sites zoals Wired.com geblokkeerd. Het is geen 'ad-blocker', want het is met tracking protection nog steeds mogelijk advertenties weer te geven, maar het maakt het moeilijker voor advertentienetwerken om het surfgedrag van bezoekers te volgen en zo een profiel op te bouwen.

Anti-anti-tracking

Goed nieuws, zou je denken, maar daar denkt Wired.com toch anders over. Zij beschouwen de tracking protection als een ad-blocker en tonen bezoekers die hiervan gebruik maken sinds kort een schermvullende boodschap: "We snappen het: je bent hier niet voor de advertenties. Maar advertenties helpen ons de tent draaiende te houden. Dus, schakel je ad blocker uit voor onze website of betaal $1 per week voor een advertentie-vrije versie van Wired.". Deze boodschap is niet weg te klikken en de content van Wired is dus niet meer te lezen.

Na contact te hebben gezocht met Wired Labs blijkt deze anti-adblock boodschap inderdaad veroorzaakt te worden door de tracking protection van Firefox. In hun reactie leggen de hulpvaardige techneuten van Wired uit hoe ik tracking protection kan uitzetten en Google, Amazon, Facebook et al. weer vrolijk kan laten meekijken met mijn surfgedrag. Alternatief is natuurlijk 1 dollar per week te betalen voor de advertentievrije versie van Wired.com, maar daarvoor moet je je creditcardgegevens invullen en vervolgens telkens inloggen waarmee je privacy uiteindelijk natuurlijk ook overboord is gezet.

Is het dan echt, anno 2016, onmogelijk voor Edward Snowden om het aan hem gerichte bericht op Wired.com te lezen zonder zijn privacy in gevaar te brengen? Nee hoor, gelukkig is er nog een ander alternatief. Door javascript uit te schakelen in Firefox wordt de anti-adblock boodschap van Wired tegengehouden en kan Snowden weer gewoon z'n email lezen.


Cybercriminaliteit onder jongeren

'Een derde jongeren pleegde afgelopen jaar online misdrijf', schreef nu.nl. Dit naar aanleiding van het onlangs verschijnen van de monitor jeugdcriminaliteit 2015 van het Ministerie van Veiligheid en Justitie. Een derde van alle jongeren, dat is nogal wat. Maar zoals altijd is het goed ook even naar de cijfers zelf te kijken.

Als jongeren tussen de 12 en 17 wordt gevraagd wat ze hebben uitgespookt geeft 31% toe online criminele handelingen te hebben verricht. 12% van de jongeren is zonder toestemming ingelogd op een website of computer. 6,6% heeft aangegeven wel eens iemands wachtwoord te hebben veranderd, zodat diegene niet meer kan inloggen. Nu kunnen dit natuurlijk vrij serieuze misdrijven zijn, maar als je het Habbo Hotel wachtwoord van je klasgenootje hebt afgekeken ben je nog niet echt een bedreiging voor de nationale veiligheid te noemen.

11,7% van de jongeren heeft zich als iemand anders voorgedaan op het internet. Opnieuw een potentieel serieus misdrijf, maar een groot deel zal ongetwijfeld niet verder gaan dan Jantje die uit naam van Pietje aan Marietje mailt dat hij haar leuk vind. 7,7% heeft iemand bedreigt via SMS, chat of e-mail, en 8,4% via sociale media. Een kwalijke zaak, maar iets dat helaas ook offline regelmatig plaatsvind ('Na school, fietsenhok. Ik sla je helemaal verrot!').

Slechts 1,1% van de jongeren geeft aan moedwillig een virus verzonden te hebben, en 2,1% heeft wel eens een DDOS aanval uitgevoerd. Marktplaatsfraude? Minder dan 1%. Alhoewel op basis van het onderzoek niet met zekerheid is te zeggen of we binnenkort geconfronteerd worden met een generatie van geharde cybercriminelen of dat het niet verder gaat dan wat online kattenkwaad, lijkt het dus allemaal wel mee te vallen. Uit de databases van justitie blijkt ook dat het aandeel cybercriminaliteit met 1% van alle onder jongeren geregistreerde delicten bijna verwaarloosbaar is.


meer onzin...